“Leraren nemen een unieke rol op binnen het onderwijs en de samenleving. In ons netwerk tellen we er bijna honderdduizend. Toch staat het beroep onder druk. Wij stellen een pakket maatregelen voor die het beroep werkbaarder maakt, een groter publiek aanspreekt en de maatschappelijke status teruggeeft die het verdient”, zegt Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
Leraren verdienen meer zekerheid en perspectief in hun loopbaan. Een startersjaar garandeert starters na het afstuderen een jaar gegarandeerde en stabiele tewerkstelling, waarbij ze op school kunnen rekenen op een aangepaste opdracht met minder lesuren, meer tijd voor voorbereiding en overleg, en grondige aanvangsbegeleiding. Op die manier verzekeren we een meer geleidelijke overgang van opleiding naar werk.
Ook een duurzaam personeelsbeleid biedt perspectief in de loopbaan. Daar hoort een gepaste variatie tussen les- en schoolopdrachten bij, naargelang de talenten en interesses van de leraar. Bovendien kan de leraar verschillende rollen op school opnemen, bijvoorbeeld als vak- of graadcoördinator of beleidsondersteuner. Tijdens de hele loopbaan kan hij rekenen op voldoende ruimte en middelen voor professionalisering en bijscholing. De oudere leraar verdient werkbaar werk aan het einde van de loopbaan. In plaats van prestaties te meten met lesuren, kiezen we voor een jaaropdracht die ruimte biedt voor variatie, vrijheid, en een evenwichtige verdeling van de opdrachten.
“Leraar zijn is een bijzonder veelzijdige job, met best wat uitdagingen”, zegt Ann Martin, studiegebieddirecteur onderwijs aan hogeschool Odisee. “De coronaperiode legt dat nogmaals zeer scherp bloot. Zo hebben wellicht ook heel wat mensen buiten onderwijs mogen ervaren hoe cruciaal deze job is. Dat verdient positieve aandacht en waardering voor leraren in onze samenleving, terwijl leraren de afgelopen jaren dikwijls negatief in het daglicht werden geplaatst.”
Een stimulerende werkomgeving begint daar waar scholen vertrouwen op de professionaliteit en deskundigheid van hun leraren en zet in op samenwerking tussen collega’s in lerarenteams die elkaar aanvullen. Bij nieuwe maatregelen, van school tot regering, hoort een planlastcheck. Zo vermijden we dat nog meer overbodige regeldrift het onderwijs binnensluipt.
“Er is niet één oplossing die het beroep van leraar opnieuw aantrekkelijker zal maken. Een geheel van maatregelen is nodig, waarbij alle onderwijspartners hun verantwoordelijkheid opnemen en vertrouwen schenken aan het schoolteam. Controle is goed, vertrouwen is beter”, zegt Lieven Boeve.
Het onderwijs rekruteert vandaag niet meer zo breed in de samenleving als vroeger. Sterker inzetten op zij-instromers en een brede instroom betekent dat iedereen die in het onderwijs wil, er een geschikte rol kan vinden. Graduaten kunnen aan de slag als onderwijsassistenten om de leraar te ondersteunen, masters werken aan het kwaliteitsbeleid op de basisschool.
Een leraar heeft een voorbeeldfunctie en het lerarenkorps hoort een weerspiegeling van de samenleving te zijn. Slechts één op twintig leraren heeft een migratieachtergrond. Drempelverlagende programma’s voor jongeren in kansarmoede of een migratieachtergrond leiden meer talenten het onderwijs in.
Via flexibele opleidingstrajecten kunnen aspirant-leraren als zij-instromer een opleiding volgen tijdens hun huidige job of leraren kunnen tegelijk binnen en buiten onderwijs aan het werk in een hybride lesopdracht. Een lerarendiploma blijft uiteraard vereist om voor de klas te staan.
“Men hoeft niet louter en alleen leraar te zijn, of louter vakspecialist in een domein. Je vakexpertise verder dagelijks beoefenen en leraar zijn, dat is een rijkdom voor ons onderwijs én voor het vakdomein”, zegt Ann Martin.
Stages die in verschillende schoolcontexten worden aangeboden, versterken de toekomstige leraar. Regionale samenwerkingsverbanden tussen het werkveld, de opleidingen en begeleidingsdiensten stemmen de opleiding en de aanvangsbegeleiding op elkaar af.
Een sterke lerarenopleiding veronderstelt ook sterke lerarenopleiders. En waarom versterken we de lerarenopleiders zelf niet extra? Als ‘leraar van leraren’ vormen zij de leraren van morgen. Bij docentenstages zouden lerarenopleiders zelf als stage gaan lesgeven in het onderwijsniveau waarvoor zij studenten opleiden.
Het lerarentekort is geen nieuw fenomeen. Minder inschrijvingen in de lerarenopleidingen, de grote uitval bij jonge starters en de pensioengolf die ook het onderwijs treft, teisteren het onderwijs langer dan vandaag. Daarbovenop is er een sterke aangroei van het aantal leerlingen. Vooral in het secundair onderwijs, waar de toename wordt geschat op 50.000 leerlingen op tien jaar tijd. De overheid berekende dat er jaarlijks 6 à 7.000 nieuwe leraren nodig zijn om aan de vraag tegemoet te komen.
“Leraren zijn veel meer rolmodel dan ze vaak zelf vermoeden”, zegt Lieven Boeve. “Generaties jongeren helpen opgroeien tot weerbare persoonlijkheden, omdat jij je beroep met passie uitvoert: wat is er mooier? De maatschappelijke status is gedaald en het beroep wordt zwaarder en complexer. Het loopbaandebat wordt al jaren gevoerd. Met deze voorstellen engageren we ons om dit te keren en de onderhandelingen nieuw leven in te blazen.”