De maatregelen die door de Vlaamse Regering vrijdag zijn goedgekeurd, zullen niet volstaan om het lerarentekort aan te pakken. De maatregelen vertrekken vanuit goede intenties, maar zijn niet doortastend genoeg om een wezenlijk verschil te maken.
“Het is teleurstellend dat de Vlaamse Regering, na jaren van alarmsignalen en de crisis van de voorbije maanden, er niet in slaagt om het lerarentekort ten gronde aan te pakken”, zegt Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “Nog steeds wordt er te weinig naar de verzuchtingen en wensen van onze bestuurders, directies en leraren geluisterd, waardoor deze maatregelen een slag in het water dreigen te zijn. De minister moet de lat dringend hoger leggen, want het lerarentekort blijft de grootste bedreiging voor de kwaliteit van ons onderwijs. ”
Maatregelen gaan niet ver genoeg
De Vlaamse Regering keurde vorige vrijdag een conceptnota goed om het beroep van leraar te herwaarderen en zo de stijgende tekorten aan te pakken. Het is positief dat daarbij zowel de korte als de middellange termijn voor ogen wordt gehouden, maar de voorgestelde maatregelen zullen bijlange niet ver genoeg gaan. Op het voorafgaand overleg met de minister hebben we dat herhaaldelijk ingebracht. Enkele voorbeelden:
- Dat scholen een deel van de niet-ingevulde lesuren (door leraren) kunnen omzetten in punten (voor ondersteunend personeel die de leraren bijstaan) is goed, maar daarbovenop voorzien dat die lesuren ook omgezet kunnen worden naar paramedici en werkingsmiddelen, zou pas echt een beleid op maat van de school mogelijk maken.
- De uitbreiding van de knelpuntvakken is goed, maar op dit moment gaat het niet meer over individuele vakken en is elk ambt in onderwijs een knelpuntambt.
- Het meenemen van de anciënniteit tot tien jaar vanuit de privé volstaat niet. Vooral midden veertigers denken aan een carrièreswitch en zijn potentiële leraren. Met slechts tien jaar mee te nemen anciënniteit verliezen zij nog steeds te veel loon. We pleiten voor minstens twintig jaar anciënniteit.
- Het is goed dat leraren hun zorgverlof tijdelijk kunnen opschorten om op school in te springen, maar vooral een uitbreiding naar de loopbaanonderbrekingen (federale materie) is nodig. Zo kunnen leraren ingezet worden om onder meer zieke collega’s of collega’s in zwangerschapsverlof te vervangen. Door de huidige regelgeving verliest een personeelslid zijn krediet aan loopbaanonderbreking bij een (korte) vervanging. En het brengt heel wat administratieve planlast met zich mee.
- Masters in het basisonderwijs en in de eerste graad van het secundair onderwijs inzetten is goed, maar een master moet als master betaald worden. Anders zijn scholen die leraren snel weer kwijt.
- Het deeltijds educatief verlof (waarbij de opdracht van startende leraren is aangepast aan het behalen van een pedagogisch diploma) is positief, maar dient op korte termijn gerealiseerd te worden. Bovendien stellen we dat verlof best ook open voor leraren die een bijkomende vakbekwaamheid willen behalen.
- Juridische ondersteuning van leraren wanneer resultaten van leerlingen worden aangevochten klinkt mooi, maar is symptoombestrijding. De overheid dijkt beter de juridisering en de verantwoordingsdwang in het onderwijs in. Zo wordt de oorzaak aangepakt.
Al jaren neemt het lerarentekort toe. In 2013 werden volgens de VDAB 3.137 leerkrachten kleuter- of lager onderwijs gezocht en 4 956 leerkrachten in het secundair onderwijs. Dat steeg in 2019 naar respectievelijk 4.846 en 11.881.
Het onderwijsveld lanceerde voorstel na voorstel om het probleem aan te pakken (1) (2) (3) (4): de lerareninstroom verbreden (graduaten, bachelors en master op alle onderwijsniveaus), leraren affecteren aan het schoolbestuur om zo een echt personeelsbeleid mogelijk te maken, jaaropdracht voor de leraar in plaats van lesopdracht, regelluw kader voor schoolorganisatie, meer tijd en middelen voor professionalisering ...
Wat voordien een chronisch probleem was, is sinds dit schooljaar acuut geworden: voor het eerst kregen directeurs hun lerarenteam niet ingevuld voor de start van het schooljaar. Het schooljaar startte met 2.400 openstaande vacatures.
“Scholen en hun besturen kloppen al jaren op onze deur als werkgeversorganisatie om de tekorten aan te kaarten, en doen daarbij vaak zelf voorstellen”, zegt Lieven Boeve. “Het is frustrerend dat zij nog steeds nauwelijks worden gehoord. Daarbij gaat het om voorstellen op de langere termijn, zoals de schoolopdracht van de leraar en de affectatie aan het schoolbestuur. Zo kunnen we versnippering van opdrachten verminderen en leraren vlotter aan de slag laten gaan in een context en schoolcultuur die het best bij hen past”.