Voor de meeste leraren in moeilijkheden volstaat een meer doorgedreven professionalisering en coaching. Een goed uitgebouwde functioneringsbegeleiding biedt daarbij heel wat kansen. Maar voor een hele kleine groep helpt ook dat niet. Zowel leerlingen als collega’s zijn daar het slachtoffer van.
“De hardwerkende, gemotiveerde leerkracht merkt ook wel dat een klein aantal collega’s er de kantjes vanaf loopt, maar gewoon op zijn stoel blijft zitten. Dat frustreert hen. We kunnen maar een waarderend personeelsbeleid voeren als we ook efficiënt kunnen reageren op de leerkrachten die het echt niet goed doen”, zegt Els Claes, Algemeen Directeur van KS Diest.
Eénmaal vastbenoemd is het omwille van de huidige evaluatieprocedure zo goed als onmogelijk om binnen een redelijke termijn afscheid van hen te nemen, ondanks de impact op de klasvloer. Daarom vier voorstellen voor een slagkrachtigere evaluatieprocedure.
Vandaag is de functiebeschrijving een document waarin niet alleen alle taken en verwachtingen van de leraar worden opgesomd, maar ook de manier waarop dat moet gebeuren. Als een leraar bijvoorbeeld ook klastitularis is, moet bijvoorbeeld worden uitgeschreven hoe die bijkomende opdracht moet worden uitgevoerd. Hetzelfde voor een leraar die lid is van een taalwerkgroep, enzoverder. Dergelijke administratieve rompslomp werkt uiteraard demotiverend. Een functiebeschrijving moet zich beperken tot de kernopdracht van de leraar: lesgeven. “Een directeur mag erop vertrouwen dat de doorsnee leraar zijn taak uitvoert met passie en toewijding. Veel papier hieraan verkwisten is niet alleen tijdrovend, maar ook erg inefficiënt”, zegt Lieven Verkest, coördinerend directeur van scholengemeenschap Driespan.
Bovendien moet er nu een functiebeschrijving per schoolnummer zijn, zodat leraren die op dezelfde plaats werken, soms meerdere functiebeschrijvingen hebben. Door de functiebeschrijving aan het schoolbestuur te koppelen realiseer je ook hier transparantie en planlastvermindering.
Vandaag moet de directeur met elke leraar om de vier jaar een evaluatiegesprek voeren, met de functiebeschrijving als leidraad. Dat vergt voor vele directeurs een flinke tijdsinvestering en door de toegenomen complexiteit van de job en het aantal opdrachten komen directies daar amper toe. Daarom stelt Katholiek Onderwijs Vlaanderen voor enkel evaluatiegesprekken te houden met leraren waar tijdens functioneringsgesprekken problemen opgedoken zijn. Op die manier komt tijd vrij voor meer uitgewerkte functioneringsbegeleiding van de leraar.
Een ambitieuzere functioneringsbegeleiding uitbouwen vraagt wel dat een school met meerdere evaluatoren kan werken. In de regel mag vandaag enkel een schooldirecteur een functionerings- en evaluatiegesprek voeren. Dat is zeker voor scholen met enkele tientallen leraren een stevige klus. “In onze secundaire scholen zou elke directeur 80 tot 100 functionerings- en/of evaluatiegesprekken per jaar moeten voeren. Dat is niet realistisch en een onhoudbare situatie”, getuigt Els Claes. Daarom vraagt Katholiek Onderwijs Vlaanderen dat ook door het schoolbestuur gemandateerde personeelsleden uit het middenkader die taak op zich kunnen nemen. Het gaat dus niet zomaar om een collega-leraar, maar wel om iemand die beleidsmatige opdrachten binnen de school opneemt, daartoe bereid is en daarover vorming heeft gekregen.
Wanneer er toch ernstige functioneringsproblemen zijn is het aangewezen dat de procedure, bestaande uit een functioneringsgesprek, een eerste en daarna tweede evaluatiegesprek, binnen hetzelfde schooljaar afgewerkt kan worden. Een evaluatiegesprek kan vandaag enkel na een functioneringsgesprek en dat wil Katholiek Onderwijs Vlaanderen ook zo houden. Maar wie bij een evaluatie een onvoldoende scoort, moet sneller worden opgevolgd dan de huidige twaalf werkmaanden. Dat zou al na drie maanden mogelijk moeten zijn. Want wanneer een leraar schromelijk onderpresteert en er geen verbetering mogelijk blijkt, duurt het vandaag, vaak ondanks aanhoudende klachten van collega’s of ouders, tot het schooljaar erna alvorens een tweede evaluatiegesprek kan plaatsvinden. “Wanneer een leraar bij herhaling het leren van de leerling in de weg staat en het leven van zijn collega’s en directie onmogelijk maakt, is het nodig om op korte termijn afscheid van hem te kunnen nemen”, zegt Lieven Boeve. "In het belang van de leerlingen mogen dergelijke situaties niet lang duren, want zij hebben recht op goede leraren. Voor een kind is immers alleen het beste goed genoeg", vindt Lieven Verkest.
“Een modern personeelsbeleid biedt heel wat professionaliserings- en ontwikkelingskansen, waardoor directeurs alle leraren kunnen motiveren en coachen. We schatten zelf het aantal ernstige functioneringsproblemen gelukkig op een fractie van het gehele lerarenbestand, maar ze hebben steeds een zware impact op het hele schoolteam”, zegt Lieven Boeve. “Schoolleiders dienen in de eerste plaats de instrumenten en middelen te krijgen om een uitdagend en waarderend personeelsbeleid uit te bouwen. Tegelijk moeten ze kunnen beschikken over een doortastende evaluatieprocedure voor die enkele personeelsleden die schromelijk en systematisch onderpresteren.”