Eén maand na de start van het schooljaar zitten nog steeds leerlingen langer dan anderhalf uur per rit op de bus naar of van hun buitengewone school. Daarnaast geeft 6 op 10 scholen aan dat het leerlingenvervoer hen na een maand nog dagelijks kopzorgen baart. Katholiek Onderwijs Vlaanderen vraagt de regering om de nodige aanpassingen te doen.
“Elk schooljaar moeten we opnieuw vaststellen dat het vervoer voor onze meest kwetsbare leerlingen voor gezinnen en scholen niet loopt zoals het hoort. We blijven aan de alarmbel trekken tot dit structureel helemaal is opgelost, en hierbij het comfort van de kinderen eindelijk centraal komt te staan”, zegt Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
Minister Lydia Peeters beloofde dat leerlingen niet langer dan anderhalf uur per rit op de schoolbus zouden zitten. Volgens de draaiboeken van De Lijn is dat voor bijna 1 op 10 leerlingen nog niet gerealiseerd. 8% van de leerlingen zit ‘s ochtends toch langer dan 90 minuten op de bus. Ook de avondritten duren voor 9% langer dan de beloofde 90 minuten.
De bevraging die Katholiek Onderwijs Vlaanderen organiseerde in haar scholen leert echter dat die cijfers niet de realiteit weerspiegelen. In de voorbije weken komen nogal wat bussen regelmatig toe na de start van de schooldag. Dat betekent dat honderden leerlingen dagelijks de start van de les missen – per week zijn het er wellicht meer dan duizend. Bovendien staan heel wat leerlingen heel vroeg op om hun bus te halen. 1 op 4 scholen geeft aan dat de eerste leerling al voor 6.30 uur op de bus stapt. Bij 9 op 10 scholen stapt de eerste leerling voor 7 uur op de bus.
Meer dan andere jaren loopt de communicatie tussen de scholen en De Lijn moeizaam. 1 op 5 scholen verwijst naar het nieuwe MOVIS-platform dat heel wat kinderziekten vertoont en flinke administratieve last voor de medewerkers van De Lijn én de scholen veroorzaakt. Scholen melden bijvoorbeeld dat verschillende bussen voor dezelfde school in dezelfde straat kinderen moeten afzetten, leerlingen opnieuw in de draaiboeken verschijnen terwijl ze al lang van school weg zijn, sommige ritten onrealistisch worden ingepland, of dat bussen te klein zijn voor het aantal leerlingen dat ze moeten vervoeren. Bussen rijden de school zo goed als voorbij om leerlingen op verzamelplaatsen verderop af te zetten, waarna ze met een andere bus teruggevoerd worden.
Ook niet alle bussen die onze leerlingen naar school brengen kunnen we leerlingwaardig noemen. Onvoldoende verluchting, het ontbreken van veiligheidsgordels, een kapotte rolstoellift, rolstoelen die niet vastgezet kunnen worden, een lek in het dak… de meest voorkomende klacht gaat over kapotte airco of verwarming. Begin september werd op bussen 40°C gehaald.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen bond lang geleden en sindsdien regelmatig de kat de bel aan, maar moet vandaag vaststellen dat, ondanks sussende beleidsvoornemens, er nog geen afdoende oplossing is op maat van deze kwetsbare kinderen. Het probleem kent meerdere oorzaken: middelen, personeel en slechte afstemming tussen departementen en diensten.
In de Septemberverklaring maakte de Vlaamse regering nog €30 miljoen vrij voor het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs. We hopen dat dit nu eindelijk een volwaardige structurele oplossing kan betekenen.
“We appreciëren het vele werk van mensen die op de scholen, bij De Lijn en op het departement streven naar een zo goed mogelijk leerlingenvervoer voor alle leerlingen. Dit neemt helaas niet weg dat veel kwetsbare leerlingen nog steeds geen kwaliteitsvol vervoer hebben, zowel in reistijd als omstandigheden. Die kinderen verdienen beter, wij verwachten beter”, zegt Boeve.