Katholiek Onderwijs Vlaanderen, de netwerkorganisatie en ledenvereniging van katholieke scholen in Vlaanderen en Brussel, blijft vragende partij voor een ‘new deal’ in het onderwijs om het lerarentekort aan te pakken.
Het lerarentekort is geen louter kwantitatief gegeven. Voor bepaalde vakken is het acuter dan voor andere. Bovendien blijft het van belang om de juiste profielen voor het onderwijs aan te trekken en daartoe breder te rekruteren, en een duurzaam personeelsbeleid mogelijk maken om leraren in het onderwijs te houden.
Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, herhaalt zijn oproep van de voorbije zomer: “Scholen en directies botsen voortdurend op systeemfouten. Als we daar iets aan willen veranderen, moeten we het onderwijs grondig herdenken en niet bij punten en komma’s blijven. Ik pleit voor een soort onderwijspact, waarin een aantal zaken herbekeken worden.”
Al jaren zetten de onderwijsverstrekkers – de werkgeversorganisaties in het onderwijs – het lerarentekort op de agenda en suggereren ze structurele oplossingen om nieuwe leraren aan te trekken én leraren in het onderwijs te houden. Daarbij zijn de werkgeversorganisaties zelf vragende partij om het onderwijslandschap en het regelgevend kader te verbeteren zodat onderwijstalent niet verloren hoeft te gaan.
“Het onderwijs zoals we het vandaag kennen kan beter georganiseerd worden, maar dan hebben we nood aan regelgeving die dit faciliteert”, stelt Lieven Boeve.
Scholen en hun besturen moeten de ruimte krijgen om als werkgever zelf een goed personeelsbeleid te kunnen voeren. Dat hebben de onderwijsverstrekkers recent nog voorgesteld in de onderwijscommissie van het Vlaams Parlement. Zo willen scholen breder rekruteren en gebruik maken van de volledige leerladder (graduaten, bachelors en masters) met specifieke en aanvullende taken.
Scholen willen leraren affecteren (toewijzen) aan een schoolbestuur, wat betekent dat zij niet langer aan één individuele school vast hangen. Door een vlottere arbeidsmobiliteit kunnen beginnende leraren sneller een volledige lesopdracht krijgen en kan een leraar in overleg met het schoolbestuur vlotter van school veranderen wanneer dat nodig is.
Daarnaast willen scholen aan de slag met een jaaropdracht voor leraren, waarbij leraren kunnen worden ingezet op hun sterktes en interesses – zo kan de ene meer les geven en de andere tijd vrijmaken om bijvoorbeeld jonge collega’s te coachen. Het louter uitdrukken van prestaties in het aantal lesuren per week, houdt directies en leraren in een strak, rigide en voorbijgestreefd kader.
Op organisatieniveau pleiten we voor een meer lineaire financiering van scholen. Vandaag krijgen scholen verhoudingsgewijs minder middelen wanneer ze meer leerlingen aantrekken. Zo wordt schaalgrootte afgestraft en het verveelvoudigen van scholen en aanbod aangemoedigd.
De inefficiënte besteding van middelen wordt bovendien in de hand gewerkt door de ‘kleuring’ ervan: steeds vaker bepaalt de overheid tot in detail waarvoor scholen middelen moeten inzetten, terwijl lokale noden soms elders liggen.
Daarbovenop pleiten we voor de vrijheid van schoolbesturen om zelf optimale programmatie van studierichtingen te doen, rekening houdend met het aantal leerlingen en vestigingsplaatsen van scholen, zodat zij alvast binnen het eigen onderwijsnet zelf het aanbod kunnen rationaliseren.
Deze discussie wordt niet voor het eerst gevoerd. Ook vroeger leefde dit debat, werden voorstellen geformuleerd, en vervolgens kansen gemist.
In de legislatuur 2014-2019 werkten de onderwijsverstrekkers een sterk vereenvoudigd opleidingsaanbod uit met aanzienlijk minder studiedomeinen en -richtingen dan de huidige situatie. Onmiddellijk werd dat plan van tafel geschoven na inmenging van lobbygroepen – met het veel te uitgewerkte aanbod zoals we dat vandaag kennen tot gevolg.
Ook initiatieven vanuit het onderwijs zelf om aan een rationalisatie te werken, stuitten op politiek verzet. Het vrij onderwijs ondernam maatregelen om op bovenschools niveau tot sterkere schoolbesturen te komen, maar dat werd niet gesteund door de overheid – ondanks de gemaakte beloftes in het regeerakkoord van 2014 (p. 102).
In december 2022 kondigde minister van onderwijs Ben Weyts de oprichting van een ‘Commissie van Wijzen’ aan, die zich een jaar lang zou buigen over bovenstaande vraagstukken. We kijken erg uit naar de conclusies van deze werkgroep.