Het busvervoer voor leerlingen uit het buitengewoon onderwijs blijft voor onaanvaardbare situaties zorgen. Dat blijkt uit een nieuwe bevraging van scholen en ouders door Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Samen met de VCOV, de koepel voor ouderverenigingen in het vrij onderwijs, pleit Katholiek Onderwijs Vlaanderen voor ingrijpende oplossingen.
“Onze meest kwetsbare leerlingen kunnen niet rekenen op een menswaardig vervoer naar en van school”, zegt Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “De lange reistijden en de onaangepaste omstandigheden zijn al jaren een grote verzuchting. We vragen eindelijk doortastend beleid van de bevoegde ministers.”
“Als ouderkoepel trekken we nogmaals aan de alarmbel. Dit kan en mag zo niet langer duren. We verwachten geen wonderen maar we vragen dat er dringend een oplossing komt voor deze kwetsbare kinderen en jongeren”, zegt Karolien Bouchet, directeur Onderwijs van de VCOV.
Begin dit schooljaar luidden de scholen de alarmklok. De 1,8 miljoen euro die de Vlaamse Regering daarop vrijmaakte brengt weinig zoden aan de dijk, zo blijkt uit een nieuwe bevraging. In oktober bevroegen Katholiek Onderwijs Vlaanderen en de VCOV 158 buitengewone scholen (goed voor 18.348 leerlingen) en 1.360 ouders van buitengewone leerlingen.
De helft (48,5%) van de scholen geeft aan dat hun eerste leerling al voor 6u30 de bus op zit. Bij negen op tien (93,8%) is dat voor 7u het geval. Dat vertaalt zich in lange reistijden. 44% van de leerlingen, minstens 8.000, zit 's ochtends meer dan een uur op de bus. Voor 6% van de leerlingen, ongeveer 1.000 in totaal, is dat volgends de scholen langer dan 2,5 uur in een enkele rit. De ouderbevraging geeft aan dat bijna twee derde (64%) van de leerlingen langer dan 60 minuten op de bus zit voor een enkele rit. Voor 5% van de leerlingen is dat zelfs langer dan 150 minuten.
Ook ’s avonds zitten leerlingen lang op de bus. Drie op vier (77,3%) scholen geven aan dat de laatste leerling na 17u30 van de bus stapt. Voor een op vier (24,7%) is dat na 18u30. Ongeveer een op twee leerlingen, minstens 8.000, blijkt langer dan een uur onderweg te zijn naar huis. Ook de ouderbevraging wijst op een lange rit naar huis, met ongeveer twee op drie leerlingen die langer dan een uur onderweg zijn ’s avonds. Veel van deze leerlingen hebben bovendien ’s ochtends een langere voorbereidingstijd nodig. Voor heel wat gezinnen start de schooldag dus steevast voor 5u30 ’s ochtends.
“Onze leerlingen zouden met veel meer energie in de klas zitten als ze geen dagelijkse busritten zouden moeten trotseren van gemiddeld vijf uur”, zegt Gunther De Vries, algemeen directeur van BuBao De Regenboog Lier/Kessel. “Belofte maakt schuld, waar zijn de extra bussen gebleven? Geen woorden, maar daden.”
“Mama Lydia en papa Ben, het moet je kind of kleinkind maar zijn, dat na een traject van maanden of jaren de overstap maakt naar het buitengewoon onderwijs en als ‘beloning’ nog eens vier uur per dag op een overvolle bus moet doorbrengen”, zegt Jeanine Jacobs, directeur van BuBao Mozaïek Plus Maasmechelen. “Hoe leg ik dit aan ouders en hun kind uit? Is dit kindermishandeling… of vinden wij dit al jaren ‘normaal’?”
“Onze dagen starten om 5u45. Onze dochter van 11 jaar komt thuis na 18u30 en moet dan nog studeren en huiswerk maken. Tijd voor hobby’s of een buitenschoolse activiteit is er al helemaal niet meer. Onze dochter is uitgeput door de ellenlange dagen. Waar zit het geld dat in september werd vrijgemaakt? We zijn nu alweer volledig op”, zegt Lieve Lekens, mama van Nina (11 jaar).
Ook de manier waarop de bussen worden gevuld is problematisch. Er wordt enkel gekeken naar reistijden en op- en afstapplaatsen. Er wordt geen rekening gehouden met de pedagogische noden van de leerlingen. “Kinderen en jongeren verdienen thuis en op school de grootste zorg op maat, maar ze moeten op de bus dagelijks moeilijke situaties doorstaan. Andere kinderen kunnen na school hun energie fysiek kwijt, van onze leerlingen wordt verwacht dat ze nog eens twee uur stil blijven zitten. Ook een vieruurtje is niet voor hen. Eten en drinken mag meestal niet. Een toiletbezoek is niet mogelijk. Rolstoelen kunnen niet altijd reglementair en veilig worden vastgemaakt. Sommige leerlingen moeten een luier dragen omdat de busrit te lang duurt. Zo lijken de busritten nog eens dubbel zo lang te duren”, zegt Tom Vermeulen, teamverantwoordelijke buitengewoon onderwijs bij Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
De overheid besteedt aan de organisatie van het leerlingenvervoer 70 miljoen euro, zonder de lonen van de busbegeleiders. Een bedrag dat al jaren ongewijzigd blijft, ondanks de toename van het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs en de stijgende exploitatiekost van de vervoersmaatschappijen. De 1,8 miljoen euro die begin september werd vrijgemaakt, heeft enkel de grootste noden kunnen ledigen (leerlingen die wegens plaatsgebrek op de bus werden geweigerd en hier en daar een extra busrit). Al meer dan een kwarteeuw vragen de onderwijspartners vruchteloos om een aanpak van het probleem. Al even lang wordt de hete aardappel doorgeschoven tussen Onderwijs en Mobiliteit.
Ook de intentie om het statuut van de busbegeleiders te verbeteren kreeg geen gevolg. Ondanks onaantrekkelijke uurroosters (vroeg in de ochtend en ‘s avonds) en een minimumloon dragen de busbegeleiders een grote verantwoordelijkheid. Niet-pedagogisch geschoolde busbegeleiders dragen uren zorg voor tientallen kinderen met uiteenlopende zorgbehoeften van verschillende scholen, zoals een driejarig doofblinde kleuter en een 17-jarige met een gedragsstoornis. Naast de verantwoordelijkheid voor het ‘busmanagement’ fungeren ze vaak als copiloot voor buschauffeurs die de Nederlandse taal niet machtig zijn, als aanspreekpunt voor ouders en staan ze in voor de veiligheid bij het op- en afstappen van de bus. Toch geeft de ouderbevraging aan dat ouders de busbegeleiders appreciëren. Vier op vijf (80%) van de ouders is naar eigen zeggen zeer tevreden over de begeleiding.
VCOV en Katholiek Onderwijs Vlaanderen roepen de Vlaamse Regering, en in het bijzonder ministers Lydia Peeters en Ben Weyts, op om samen een structurele oplossing uit te werken. Vlaanderen kan het mensonwaardige leerlingenvervoer niet langer aanvaarden.
“De getuigenissen van ouders zijn ronduit triest. Deze ouders moeten elke dag lijdzaam toekijken hoe hun kind met bijzondere noden urenlang met de bus onderweg is”, zegt Karolien Bouchet. “Vaak is deze bus ook niet aangepast aan hun noden en handicap. Elke rit naar en van school is een lijdensweg voor het kind én het hele gezin.”
“Ettelijke pilootprojecten en oplossingen in de marge hebben tot hiertoe nooit tot een structurele verbetering geleid. Ook dit jaar, na een nieuwe noodkreet uit het buitengewoon onderwijs, volgde een kleine bijsturing die in de feiten slechts een doekje voor het bloeden is”, zegt Lieven Boeve. “We verwachten dat de regering voldoende budget uittrekt en rekening houdt met de zorgnoden van leerlingen. Desnoods krijgen scholen zelf de middelen en de verantwoordelijkheid om vanuit hun eigen leerlingenpubliek in overleg met elkaar busvervoer te coördineren.”