Het Brussels katholiek onderwijs hoopt dat de bevoegde overheden (Brussel, Vlaanderen en Vlaamse Gemeenschapscommissie) in de volgende legislatuur inzetten op het lerarentekort, investeren in infrastructuur, en de samenwerking met welzijn en flankerend onderwijsbeleid bevorderen. Katholiek Onderwijs Vlaanderen stelde die verwachtingen vandaag voor in Track, een ruimte in het voormalige spoorwegmuseum in het Brusselse Noordstation.
“Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel kent eigen, specifiek grootstedelijke en verscherpte uitdagingen rond het wegwerken van het lerarentekort, het voorzien in bijkomende capaciteit en ondersteuning vanuit welzijn”, duidt Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “Een succesvolle aanpak van Brusselse of grootstedelijke problematieken kan inspirerend werken voor het Vlaamse beleid.”
Een maatregel die in het oog springt is de versnelde anciënniteitsopbouw voor leraren in Brussel. Katholiek Onderwijs Vlaanderen wil de uitstroom van jonge leraren uit het Brussels onderwijs verkleinen door de financiële anciënniteit van leraren, leerondersteuners en directies in Brussel versneld op te bouwen. Dat gebeurt door een jaarlijkse anciënniteitsverhoging in de plaats van tweejaarlijks.
Het Brussels onderwijs kent gemiddeld meer jonge leraren tussen 26 en 35 jaar dan het Vlaams onderwijs (30,9% versus 24,7%). Deze jonge leraren verlaten na enkele jaren het Brussels onderwijs en gaan buiten Brussel aan de slag. Zo zijn er in het Brussels onderwijs minder ervaren leraren (46 tot 55 jaar) aan de slag (19,1% versus 22,1%), wat een risico vormt voor de onderwijskwaliteit in Brussel. De aanwezigheid van ervaren leraren wordt in de wetenschappelijke literatuur gezien als een stimulans voor kwaliteitsvol onderwijs.
Het voorstel is een variatie op een pleidooi van de Commissie van Wijzen, die pleitte voor een arbeidsmarkttoelage voor leraren en ander personeel van scholen met veel zorgbehoevende leerlingen.
“Lesgeven in een school met een grootstedelijke context is altijd pittig en vaak zoeken. De expertise waarover ervaren leerkrachten beschikken is een ongelooflijke tool om startende leerkrachten verder op weg te helpen. Door een financiële incentive hopen we hen in Brussel aan de slag te houden, waardoor ze hun kennis kunnen blijven doorgeven”, zegt Sabine Verheyden, directeur van het Lutgardiscollege in Oudergem. “Dat gecombineerd met begeleiding van onze zij-instromers en bijkomende ondersteuning in de klas, maakt dat we Brussels onderwijs ook aantrekkelijk kunnen maken en houden.”
“Het versneld opbouwen van anciënniteit voor Brusselse leraren is een mooie maatregel om uitstroom van jonge, Brusselse leraren tegen te gaan. We hebben in Brussel nood aan deskundige leraren met onderwijservaring om jonge leraren te inspireren en de kwaliteit te blijven garanderen”, zegt Karen Luyckfasseel, coördinerend directeur basisonderwijs van Sint-Goedele vzw.
Het Vlaams memorandum van Katholiek Onderwijs Vlaanderen zet in het op het waarborgen van beleidsruimte en vertrouwen, het aantrekken van leraren (meer instroom in lerarenopleidingen, leerladder in elk onderwijsniveau, aangepaste opdracht voor beginnende leraar, faciliteiten voor zijinstromer), een modern HR-beleid (jaaropdracht, affectatie aan het schoolbestuur en ontkleuring van omkadering) en herstel van koopkracht en omkadering.
Aanvullend op het Vlaams Memorandum formuleert Katholiek Onderwijs Vlaanderen, in samenspraak met de Brusselse katholieke schoolbesturen en -directies (verzameld in de Adviesraad Brussel van Katholiek Onderwijs Vlaanderen) tien aanbevelingen voor de beleidsperiode 2024-2029 ten bate van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel.
Wegwerken lerarentekort
Financiering infrastructuur
Ondersteuning vanuit welzijn en flankerend onderwijsbeleid