persbericht

Katholieke scholen gaan startende leraren nauwer begeleiden

di 25 juni 2019
Vanaf volgend schooljaar kunnen startende leraren rekenen op een doorgedreven aanvangsbegeleiding. Daarvoor reikt Katholiek Onderwijs Vlaanderen vanaf vandaag haar scholen handvatten aan, opgemaakt door de pedagogische begeleidingsdienst. “Leraar zijn is een fantastisch beroep, maar het is ook een veeleisende job die steeds complexer wordt”, zegt Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “Jonge leraren voelen zich soms overweldigd door alles wat erbij komt kijken. Dankzij een goede aanvangsbegeleiding kunnen we de kwaliteit van het onderwijs versterken en tegelijk de uitval van jonge talenten tegengaan.”

Aandacht voor de leraar als professional en persoon

sla link op in klembord

Starters in het onderwijs beginnen met veel passie, kennis en vaardigheden aan hun job. Toch hebben ze ook nood aan adequate ondersteuning. “Als startende leraar komen plots heel wat verantwoordelijkheden op je schouders te liggen, terwijl je weinig ervaring hebt”, zegt Sara Berckmans, die dit schooljaar haar eerste opdracht aanvatte in Heilig Hart&College Halle. Veel starters als Sara ervaren een praktijkschok: de overgang tussen de lerarenopleiding en de klas-vloer blijkt groter dan gedacht. Vaak vinden jonge leraren zichzelf ook niet bekwaam genoeg voor uitdagingen als klasmanagement, contacten met ouders of het omgaan met kinderen met specifieke onderwijsbehoeften.

Johan Fouquaert, pedagogisch begeleider van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, herkent de getuigenis. “Het duurt gemiddeld vijf jaar alvorens een leraar zich helemaal heeft ingewerkt in de leerinhouden. De wisselwerking tussen het didactisch aspect en het beheersen van de klas is voor jonge leraren behoorlijk zwaar.”

“Er zijn geen twee identieke startende leraren, maar de nood aan ondersteuning vertrekt vaak vanuit gelijkaardige behoeften”, zegt Lieven Boeve. Scholen kunnen met deze methodieken zelf aan de slag, op maat van elke starter. Dat maatwerk wordt geapprecieerd, zegt Johan. “Samen met de leraar bekijken we welke springuren er kunnen worden gebruikt voor aanvangsbegeleiding, zodat wij de leraar buiten de schooluren kunnen laten uitblazen.”

Adequate begeleiding voor onderwijskwaliteit

sla link op in klembord

Goed onderwijs is sterk afhankelijk van de kwaliteit van de leraren, daarom is investeren in hun professionele ontwikkeling essentieel. De beste aanvangsbegeleiding kadert in een samenhangend personeelsbeleid en maakt deel uit van begeleiding in de volledige lerarenloopbaan. “Een startende leraar die op de school toekomt, wil zich vooral in de schoolcultuur kunnen inwerken. Later komt daar dan bijvoorbeeld begeleiding van oudercontact bij. Het groeiproces is per persoon erg verschillend”, zegt Stéphane Du Jardin, mentor in Sint-Ursulamiddenschool in Lier. Er zijn drie factoren in aanvangsbegeleiding: wegwijsbegeleiding (letterlijk en figuurlijk de weg te wijzen in de schoolgebouwen, de schoolstructuur, de schoolcultuur, het pedagogische project …), werkbegeleiding (ondersteunen in onderwijstaken zoals klasmanagement, differentiëren in de klas, omgaan met moeilijke leerlingen, contacten met ouders …) en leerbegeleiding (startende leraar stimuleren en ondersteunen in zijn groei als professional).

“Dankzij de begeleiding die ik op school kreeg, voelde ik me steeds sterker in mijn schoenen”, vult Sara aan. “Zeker tijdens gesprekken met ouders. Nu weet ik dat ik niet in paniek zal slaan.”

Bestaande initiatieven versterken

sla link op in klembord

De handvatten van Katholiek Onderwijs Vlaanderen bestaan uit elf bondige fiches, die technieken bevatten die scholen naar eigen inzicht kunnen toepassen. Zo is er bijzondere aandacht voor het onthaalmoment voor startende leraren, het mentorschap door een ervaren leraarteamteaching en co-teaching en de ondersteuning vanuit de pedagogische begeleiding voor leraren.

Vanaf 1 september 2019 wordt aanvangsbegeleiding een recht en een plicht voor elke startende leraar. De meeste scholen doen al aan een vorm van aanvangsbegeleiding. Voor hen is dit een opportuniteit om te bekijken hoe zij hun ondersteuning van startende leraren kunnen versterken.

Uit eerdere ervaringen blijkt dat het (deels) organiseren van de aanvangsbegeleiding op het niveau van de scholengemeenschap bijkomende voordelen biedt. “Scholen kunnen veel van elkaar leren, want niet elke school staat al even ver”, weet Stéphane Du Jardin. “Ook startende leraren profiteren hiervan, omdat ze met elkaar ervaringen kunnen uitwisselen. Belangrijk hierbij is wel dat de identiteit en cultuur van elke school behouden blijft.”