Dat leraren van de onderwijsvrijheid gebruik maken om eigen ambitieus lesmateriaal te maken, is uiteraard een goede zaak. Zeker als het de bedoeling is om de lat hoog te leggen voor leerlingen die meer uitdaging verwachten. De vrijheid van onderwijs is ook de vrijheid van de leraar om binnen het pedagogisch project van het schoolbestuur en de keuze van de school extra doelen toe te voegen. Voor die ruimte hebben we met succes gepleit bij het Grondwettelijk Hof. Die ruimte blijven we verdedigen bij de verdere opmaak van de minimumdoelen en verankeren we in onze nieuwe leerplannen.
Dat er geen leerplan zou zijn voor vijf uur wiskunde in de tweede graad en zes tot acht uur wiskunde in de derde graad, klopt niet. In het leerplan voor gevorderde wiskunde van de derde graad voorzien we extra doelen en inhoudelijke rubrieken waarmee leraren wekelijks acht uur wiskunde kunnen invullen. Die extra doelen worden samen met leraren in een leerplancommissie vastgelegd. De mogelijkheid om acht uur wiskunde aan te bieden staat zwart op wit in onze voorbeelden van lessentabellen voor studierichtingen als Latijn-wiskunde, Grieks-wiskunde, Economie-wiskunde en Wetenschappen-wiskunde in de derde graad.
In het aangepaste leerplan voor de tweede graad, dat nog in ontwikkeling is na de vernietiging van de eindtermen voor het Grondwettelijk Hof, zullen voldoende ambitieuze doelen zitten om een sterke basis voor wiskunde te leggen, ook in functie van richtingen met zes uur wiskunde in de derde graad. Uiteraard zullen we met interesse de voorstellen van betrokken wiskundeleraren bestuderen.
We gaan niet akkoord met de idee dat scholen verplicht moet worden hoeveel uur wiskunde zij aan hun leerlingen aanbieden. Dat doen we in de regel ook niet voor andere vakken. In onze leerplannen bieden we extra doelen voor scholen die zich met sterke wiskunderichtingen willen profileren: dat is een keuze van de school en het schoolbestuur zelf. Daardoor bieden we scholen voldoende kansen om te differentiëren. Zo kunnen leerlingen Latijn die naar Latijn-Moderne Talen gaan zich focussen op talen, en leerlingen Latijn die naar Latijn-Wiskunde gaan, sterker inzetten op wiskunde.
Terzijde: de basis van de cirkel komt aan bod in de eerste graad. In de tweede graad gaan leraren op zoek naar leerlingen die aanleg hebben voor sterkere wiskunde. Dat gebeurt nu onder meer door analytische meetkunde in het vlak en de Euclidische deling bij veeltermen. Dat neemt niet weg dat onze leerplannen ruimte voorzien voor leraren die nog steeds dieper op de cirkel willen ingaan.